Vrijwilliger kan dezelfde rechtsbescherming hebben als een werknemer
Een vrijwilliger is lid van de zogeheten klusgroep van de Parochie en voert in dat verband vrijwilligerswerkzaamheden uit. Met goedkeuring van de Parochie zou de klusgroep verlichting plaatsen op een dak van de kerk. De vrijwilliger is tijdens het verrichten van deze vrijwilligerswerkzaamheden van het dak gevallen. Hij heeft door de val ernstig letsel opgelopen.
In art. 7:658 lid 4 BW is bepaald:
“Hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 aansprakelijk voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt.”
Het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden oordeelde op 28 juni 2016 dat sprake is van bedrijfsuitoefening in de zin van artikel 7:658 lid 4 BW.
Dit oordeel wordt bevestigd door de Hoge Raad. De Hoge Raad overwoog onder meer het volgende.
Uit de parlementaire toelichting op art. 7:658 lid 4 BW kan als bedoeling van de wetgever worden afgeleid dat de bepaling ertoe strekt bescherming te bieden aan personen die zich, wat betreft de door de werkgever in acht te nemen zorgverplichtingen, in een met een werknemer vergelijkbare positie bevinden. Dit brengt mee dat art. 7:658 lid 4 BW zich voor toepassing leent indien de persoon die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht, voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degene voor wie hij die werkzaamheden verricht. Of dit het geval is, zal aan de hand van de omstandigheden van het geval bepaald moeten worden, waarbij onder meer van belang zijn de feitelijke verhouding tussen betrokkenen en de aard van de verrichte werkzaamheden, alsmede de mate waarin de ‘werkgever’, al dan niet door middel van hulppersonen, invloed heeft op de werkomstandigheden van degene die de werkzaamheden verricht en op de daarmee verband houdende veiligheidsrisico’s. (HR 23 maart 2012, ECLI:HR:2012:BV0616, NJ 2014/414, rov. 3.6.2)
De vrijheid van degene die een bedrijf uitoefent, om ervoor te kiezen het werk te laten verrichten door werknemers of door anderen, behoort niet van invloed te zijn op de rechtspositie van degene die het werk verricht en betrokken raakt bij een bedrijfsongeval of anderszins schade oploopt.
Hoge Raad 15 december 2017 ECLI:NL:PHR:2017:934
Publicatie: 15 januari 2018