Kinderleidster op staande voet ontslagen na vergeten kind in eigen auto
Een kinderleidster was ongeveer 33 jaar in dienst bij een kinderdagverblijf. Op een mooie zomerse dag vond een bezoek met de kinderen plaats aan een buitenspeeltuin.
De kinderleidster had een aantal van de kinderen met haar eigen auto vervoerd. Na circa 1 ½ uur constateerde de kinderleidster en haar collega dat een van de kinderen in de speeltuin ontbrak. Het bleek dat een van de kinderen, een jongetje, in haar hete afgesloten auto door haar was achtergelaten. Het jongetje was gelukkig ongedeerd.
De kinderleidster werd de volgende dag op staande voet ontslagen. De kinderleidster ging in hoger beroep.
Het gerechtshof overwoog onder meer:
Bij een uitstapje als hier aan de orde geldt, meer nog dan bij de dagelijkse interne opvang, steeds de vraag: “met hoeveel kinderen zijn we” en “zijn alle kinderen nog in beeld”. Tegen die achtergrond had de kinderleidster zich bij vertrek er van moeten vergewissen (door middel van telling) met hoeveel kinderen zij op pad zou gaan om vervolgens, eenmaal gearriveerd, op de plaats van bestemming en uitgestapt, wederom alle hoofden te tellen om er zeker van te zijn dat er niemand zou missen. De aankomst bij de buitenspeeltuin zelf is ook een moment geweest om het aantal kinderen te tellen. De kinderleidster heeft een en ander nagelaten; zij heeft voor vertrek, naar zij ter zitting heeft verklaard, het aantal mee te nemen kinderen niet geteld, zij heeft enkel onderzocht of er genoeg zitplaatsen waren voor het aantal kinderen dat zij dacht te moeten vervoeren, samen met haar collega. Ook toen ze waren uitgestapt en aangekomen bij de buitenspeeltuin zijn de kinderleidster en haar collega evenmin nagegaan of alle kinderen die zij hadden meegenomen ook daadwerkelijk de buitenspeeltuin zijn ingegaan. Pas na ruim anderhalf uur, zelfs nadat ze met de (wel aanwezige) kinderen aan een picknicktafel gezeten hadden, merkte niet de kinderleidster, maar haar veel jongere collega, dat het kind al die tijd ontbrak.
Het hof laat daarbij sterk meewegen dat de kinderleidster als een ervaren leidster heeft te gelden die die ochtend de leiding had bij het uitstapje naar de buitenspeeltuin terwijl niet de kinderleidster, maar haar collega , opmerkte dat het kind in de speeltuin ontbrak, dat de kinderleidster nota bene in haar eigen auto (in het kinderzitje van haar eigen kind) had vervoerd.
Dat het hier om een niet opzettelijke, menselijke, fout gaat en dat zelfs sommige ouders wel eens een vergelijkbare fout maken, weegt tegen het voorgaande niet op, net zomin als de persoonlijke omstandigheden van de kinderleidster en de gevolgen die het ontslag op staande voet voor haar heeft alsmede het feit dat het kind geen schade bij het geheel lijkt te hebben opgelopen.
Gerechtshof Den Haag, 23 februari 2016 ECLI:NL:GHDHA:2016:435
Publicatie: 03-04-2017