.Een leerkracht van een scholenkoepel voor speciaal onderwijs, spande een zaak aan tegen haar werkgever nadat zij in 2015 haar voltijdcontract moest inruilen voor een aanstelling van 0,55 fte. Ze was in 2013 gedeeltelijk arbeidsongeschikt geworden en na overleg besloten werkgever en werknemer dat zij minder zou gaan werken. Haar voltijdcontract werd opgezegd en ze werd vervolgens aangenomen in deeltijd.
Hoewel het gerechtshof had geoordeeld dat de arbeidsrelatie werd voortgezet heeft de leerkracht volgens de Hoge Raad toch recht op een (gedeeltelijke) transitievergoeding. De Hoge Raad motiveert dit als volgt:
De wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst voorziet niet in gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Volgens het wettelijk stelsel wordt een arbeidsovereenkomst slechts in haar geheel opgezegd of ontbonden.
Desalniettemin moet de mogelijkheid van gedeeltelijk ontslag met daaraan gekoppeld de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding wel worden aanvaard voor het bijzondere geval dat, door omstandigheden gedwongen, wordt overgegaan tot een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer. Hierbij valt te denken aan het noodzakelijkerwijs gedeeltelijk vervallen van arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische omstandigheden en aan blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
Indien de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding in dergelijke gevallen niet zou worden aanvaard, zou de werknemer door een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd een deel van de transitievergoeding mislopen waarop hij bij een algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst op dat moment aanspraak zou hebben. De werknemer zou bij een na die vermindering plaatsvindende, algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst immers een op aanmerkelijk lagere grondslag berekende transitievergoeding ontvangen dan zonder die vermindering het geval zou zijn geweest.
In die gevallen kan worden gesproken van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ongeacht of in het gegeven geval de vermindering van de arbeidsduur heeft plaatsgevonden in de vorm van (i) een gedeeltelijke beëindiging, (ii) een algeheel ontslag gevolgd door een nieuwe, aangepaste arbeidsovereenkomst dan wel (iii) aanpassing van de arbeidsovereenkomst. Op grond van de gedeeltelijke beëindiging bestaat in de hier bedoelde gevallen aanspraak op gedeeltelijke transitievergoeding.
Nota bene: de Hoge Raad verstaat onder een substantiële vermindering van de arbeidstijd een vermindering met ten minste 20 procent.
Hoge Raad 14 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1617
Publicatie: 18 september 2018