De vaststellingsovereenkomst in het arbeidsrecht
Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende manieren eindigen, onder andere via wederzijds goedvinden. De voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst in dat geval eindigt worden doorgaans vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. In een vaststellingsovereenkomst (soms ook wel beëindigingsovereenkomst) worden verschillende onderwerpen geregeld zoals een beëindigingsvergoeding, vrijstelling van werk, aanspraak op een bonus, (positief) getuigschrift, concurrentie- en relatiebeding en eindafrekening. Het is van belang dat alle afspraken goed worden vastgelegd.
Om een recht op een WW uitkering veilig te stellen moet in de vaststellingsovereenkomst uitdrukkelijk worden opgenomen dat de werkgever het initiatief heeft genomen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en dat de werknemer in dat kader geen verwijt valt te maken. Het UWV houdt bij het toekennen van een WW-uitkering rekening met de geldende opzegtermijn. Dat houdt in dat de werknemer pas daarna een WW-uitkering krijgt. Het is dus van belang bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst de opzegtermijn in acht te nemen.
De beëindigingsvergoeding of ontslagvergoeding is een belangrijk onderdeel van de beëindigingsovereenkomst. De vergoeding heeft als doel de (financiële) gevolgen van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer te verzachten. Indien de werkgever juridisch gezien een (redelijke) grond heeft voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, wordt in de praktijk vaak aansluiting gezocht bij de transitievergoeding.
Als er geen redelijke/overtuigende ontslagreden is, zal er aanleiding kunnen zijn voor een (fors) hogere vergoeding en wordt in de praktijk ook nog regelmatig gebruik gemaakt van de “oude” kantonrechtersformule. Soms gebeurt het dat een werknemer afziet van een ontslagvergoeding, maar in ruil hiervoor nog een bepaalde periode in dienst blijft. De werknemer kan dan vanuit een ‘werkende’ situatie omkijken naar een nieuw dienstverband.
Indien sprake is van een non con- concurrentiebeding/-relatiebeding dan dienen hierover duidelijke afspraken gemaakt te worden.
Het is gebruikelijk dat in de overeenkomst over en weer finale kwijting wordt verleend. Dit houdt in dat de werkgever en de werknemer met elkaar afspreken dat er geen andere afspraken of claims meer zijn buiten de afspraken die geregeld zijn in de vaststellingsovereenkomst.
De werknemer kan de vaststellingsovereenkomst binnen twee weken na het sluiten daarvan, zonder opgave van redenen, schriftelijk ontbinden. De werkgever is verplicht de werknemer in de beëindigingsovereenkomst te wijzen op deze bedenktermijn. Indien de werkgever dit nalaat dan heeft dat tot gevolg dat de bedenktermijn verlengd wordt van twee naar drie weken.
Het is verstandig om een vaststellingsovereenkomst te laten controleren door een advocaat voordat tot ondertekening wordt overgegaan om onaangename verassingen achteraf te voorkomen.
Publicatie: 30-01-2017