Tijdens de samenwoning ontving de vrouw een erfenis. Daarvan werd € 10.000 gebruikt om de huurwoning op te knappen. Het betrof schilderwerken en het leggen van een nieuwe vloer. Nadat de samenwoning werd verbroken start de vrouw een procedure waarin zij het door haar geïnvesteerde bedrag van € 10.000 van haar ex-vriend terugvordert.. De vrouw voert daartoe onder andere aan dat de ex-vriend op het moment van het opknappen van de huurwoning vermoedelijk al een relatie had met een gemeenschappelijke vriendin.
De kantonrechter overweegt dat indien binnen een affectieve relatie een van de partijen een affaire heeft (gehad) of is vreemdgegaan – hoe vervelend dat voor de andere partij ook is – dat in beginsel geen onrechtmatig handelen van de een jegens de ander oplevert.
Partijen hebben gedurende langere tijd een affectieve relatie met elkaar gehad en zij hebben in die tijd een gemeenschappelijke huishouding gevoerd. Binnen deze relatie zijn zij verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van de redelijkheid en de billijkheid, die met zich kunnen brengen dat indien de ene partner ten laste van het vermogen van de andere partner wordt bevoordeeld, voor de eerstgenoemde een plicht tot vergoeding ontstaat (vgl. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20 september 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:7564).
De kantonrechter wijst een bedrag toe van € 750,– Bij het bepalen van dit bedrag houdt de rechter rekening met alle omstandigheden van het geval waaronder:
- dat de ex vriend gedurende de relatie van bijna 25 jaar aanzienlijk meer heeft uitgegeven aan de gemeenschappelijke huishouding dan de vrouw,
2 dat de vrouw nog bijna een jaar lang in de opgeknapte huurwoning heeft gewoond,
3 dat de vrouw ter comparitie heeft verklaard dat zij – weliswaar vanwege uitlatingen van de ex vriend – er zelf voor heeft gekozen om de huurwoning te verlaten, en
4 dat de vrouw ter comparitie heeft verklaard dat zij alleen niet in de huurwoning had kunnen blijven wonen omdat deze voor haar medische situatie niet passend is.
Rechtbank Midden Nederland, locatie Lelystad d.d. 28 maart 2018
ECLI:NL:RBMNE:2018:1095
Publicatie: 10 april 2018