De partij die grotendeels of geheel in het ongelijk wordt gesteld door de rechter wordt veroordeeld in de proceskosten. Een uitzondering hierop wordt toegepast in het personen- en familierecht. In die zaken geldt in principe het uitgangspunt dat de beide partijen hun eigen kosten betalen.
De omvang van de proceskosten wordt bepaald op grond van forfaitaire vergoedingen met als gevolg dat de proceskosten in werkelijkheid vaak slechts een deel betreffen van de daadwerkelijk gemaakte proceskosten.
Onder de proceskosten vallen onder meer de kosten van de advocaat en de deurwaarder, reis- en verblijfskosten, onkosten van getuigen of deskundigen, kosten van uittreksels uit openbare registers
In bijzondere gevallen kan echter een veroordeling plaatsvinden in de werkelijke proceskosten. Er moet dan sprake zijn van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de eiser zijn vordering niet had mogen instellen, omdat die vordering evident ongegrond was.
Voorbeelden van veroordelingen in de werkelijke proceskosten
Er was sprake van een bij voorbaat kansloze procedure en de makelaar in kwestie had zijn dubbele positie onrechtmatig verzwegen. Tijdens een getuigenverhoor werd duidelijk dat de makelaar twee heren had gediend (HR 15 september 2017 (ECLI:NL:HR:2017:2366).
Meenemen van kind naar buitenland zonder ex-partner daarover in te lichten. Het hof nam in aanmerking dat de vrouw evident in strijd met de wet had gehandeld en zij daarin had volhard. De man werd daardoor nodeloos op kosten gejaagd. De vrouw is bovendien in beide instanties geheel in het ongelijk gesteld. ( Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 januari 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:609.
Volledige proceskostenveroordeling voor incassobureau vanwege onrechtmatig handelen. Bij herhaling heeft zij haar opdrachtgever nodeloos op kosten gejaagd en hem foutief en misleidend geïnformeerd (Rechtbank Amsterdam 7 september 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:4228).
Vastgesteld werd dat de kilometerteller van een auto voor meer dan 70.000,– opzettelijk door de verkoper was teruggedraaid (Rechtbank Noord- Nederland, 23 september 2020 (ECLI:NL:RBNHO:2020:7242).
Publicatie 28 september 2020