Begin maart 2018 is mevrouw X overleden.
In het hieronder te bespreken kort geding weigerden gedaagden om aan de dochter en de schoonzoon van mevrouw X informatie te geven over de uitvaart, de datum en tijd van de crematie. Zij hebben aan Yarden opdracht gegeven daarover geen informatie te verstrekken en aan de dochter en de schoonzoon de toegang tot de uitvaart en crematie te weigeren.
De moeder heeft bij testament verleden op 5 januari 2018, over haar nalatenschap beschikt, maar in haar testament niet haar wil tot uitdrukking gebracht met betrekking tot haar uitvaart en de kring van personen die daar bij al dan niet aanwezig mogen zijn.
De Voorzieningenrechter oordeelt dat geen feiten zijn gesteld of overigens zijn gebleken die kunnen rechtvaardigen dat eisers de mogelijkheid mag worden ontnomen om afscheid te nemen van de (schoon)moeder. Voor zover gedaagden hen die mogelijkheid wel ontnemen, handelen zij onrechtmatig.
Gedaagden hebben ieder voor zich volhardt in hun weigering om aan de voorzieningenrechter informatie te geven over de plaats waar de moeder is opgebaard, haar uitvaart en de mogelijkheid voor de eisers om afscheid van de moeder te kunnen nemen. De Voorzieningenrechter veroordeelt daarom ieder van gedaagden om:
– binnen een half uur (!) na betekening van dit vonnis de advocaat van eisers in kennis te stellen van de plaats en het adres waar eisers afscheid kunnen nemen van de moeder,
– om morgenochtend van 9:00 tot 10:00 uur, eisers zonder aanwezigheid van familie of anderen, afscheid te laten nemen van de moeder,
Voorts wordt een dwangsom van € 50.000,– opgelegd voor iedere overtreding van de hierboven omschreven veroordelingen. Tot slot worden eisers gemachtigd om de hulp van de sterkte arm in te schakelen wanneer zij op welke wijze dan ook worden gehinderd in de mogelijkheid om afscheid te nemen.
Rechtbank Noord- Nederland, locatie Groningen 13 maart 2018 ECLI:NL:RBNNE:2018:855
Publicatie: 17 april 2018