Rechter gewraakt omdat hij uit zijn slof schoot

Is wrakingsverzoek, omdat rechter tijdens mondelinge behandeling uit zijn slof schoot tegen verzoekers en tegen hen schreeuwde, gegrond?

Ja, aangezien met stemverheffing toespreken van partij objectief niet bijdraagt aan positief zittingsklimaat en rechter geen oog lijkt te hebben voor beleving van verzoekers.

Samenvatting

Aan het wrakingsverzoek leggen verzoekers onder meer ten grondslag dat de rechter tegen hen uit zijn slof is geschoten en tegen hen heeft geschreeuwd naar aanleiding van een door verzoekers gebruikte beeldspraak die hem niet beviel. De rechter verweert zich en zegt verbaasd te zijn door het wrakingsverzoek en zich niet te herkennen in het daarin geschetste beeld.

De wrakingskamer oordeelt dat de rechter niet weersproken heeft dat hij tijdens de mondelinge behandeling van de hoofdzaak met stemverheffing duidelijk heeft gemaakt, dat hij een door verzoekers gemaakte vergelijking ongepast vond. Ook heeft de rechter met stemverheffing laten weten dat hij niet gediend was van het gebruik van het woord “verkrachten”. Het met stemverheffing toespreken van een partij draagt objectief niet bij aan een positief zittingsklimaat. Voorts lijkt het verwijt terecht te zijn gemaakt, dat de rechter aan het begin van de zitting de namens verzoekers ingediende (lijvige) conclusie van antwoord demonstratief in één hand boven zijn dossier heeft laten bungelen, terwijl de rechter verzoeker 1 misprijzend aankeek en vervolgens op bijpassende toon de tegenvorderingen van verzoekers aanwees als proceshandelingen die hem niet bevielen. Zwaarwegend is dat uit de reactie van de rechter op het wrakingsverzoek blijkt dat hij zich in het geheel niet lijkt te herkennen in hoe verzoekers de zitting hebben beleefd, terwijl de beleving aan de kant van verzoekers niet onlogisch of onbegrijpelijk is. Daarbij komt dat de rechter tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek een boze indruk maakte en tegen verzoekers zei: “Dan weet u hoe ik daarover denk.” Volgt toewijzing.

Rb. Rotterdam 29-11-2024, ECLI:NL:RBROT:2024:11956

Publicatie blog 13 februari 2025