Ontslag op staande voet wegens diefstal van een pak koffie houdt stand ondanks gebruik van verboden camerabeelden
Bij een zorginstelling verdwenen sinds een aantal jaren spullen van een afdeling. De zorginstelling had diverse malen tevergeefs geprobeerd om er achter te komen wie de diefstallen pleegde. Er waren extra veiligheidsrondes gelopen en er hadden gesprekken over de diefstallen plaatsgevonden met de medewerkers en ook de wijkagent werd ingeschakeld.
Omdat de diefstallen door bleven gaan besloot de zorginstelling geheime camera´s op te hangen.
Op 1 februari 2016 was het weer zover. Er bleek een pak koffie uit de voorraad verdwenen te zijn. De volgende dag werden de camerabeelden bekeken en daarop was te zien dat een werkneemster een pak koffie uit de voorraadruimte pakte en in haar locker stopte. Toen haar dienst was afgelopen, stopte zij het pak koffie in haar tas en vertrok.
Op 1 februari 2016 werd de werkneemster op staande voet ontslagen.
De werkneemster startte daarop een procedure tegen de zorginstelling waarin zij onder meer vernietiging van het ontslag op staande voet vorderde alsmede doorbetaling van haar loon. Zij voerde onder andere aan dat de inzet van camera´s op de werkvloer, zonder dat zij daarover was geïnformeerd, een inbreuk was op haar privacy. De werkneemster verklaarde dat zij wel vaker pakken koffie en zakjes borrelnootjes van de zorginstelling mee naar huis nam maar zij zag dit niet als stelen omdat zij op een eerder tijdstip onder meer koffie en borrelnootjes van huis naar haar werk had meegenomen om tekorten in de voorraad bij de zorginstelling aan te vullen. De rechter was niet onder de indruk van dit verweer aangezien de door de werkneemster beschreven gang van zaken niet een door de zorginstelling geaccepteerde werkwijze was.
Wat betreft het gebruik van geheime camerabeelden kwam de rechter tot de volgende conclusie. De inzet van dergelijke camerabeelden is weliswaar in strijd met de wet maar voldoende was in deze procedure vastgesteld dat de zorginstelling op geen andere wijze de waarheid boven tafel kon krijgen. Het belang van de waarheidsvinding vond de rechter zwaarder wegen dan het belang van bewijsuitsluiting.
Verder vond de rechter van belang dat dat de zorginstelling moet kunnen vertrouwen op haar werknemers, die niet alleen in aanraking komen met goederen van de zorginstelling, maar ook die van, vaak kwetsbare patiënten.
Het feit de werkneemster reeds 17 jaar bij de zorginstelling in dienst was en altijd goed had gefunctioneerd mocht haar evenmin baten. De vorderingen van de werkneemster werden afgewezen.
Op verzoek van een van de lezers van deze column zal voortaan de vindplaats vermeld worden van uitspraken die in deze column worden besproken.
Bron: Kantonrechter Rotterdam, 29 april 2016 ECLI:NL:RBROT:2016:3327
Publicatie: 13-06-2016