Wat is een bouwwerk?
Volgens artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo (wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. Indien men zonder deze omgevingsvergunning toch een dergelijk bouwwerk bouwt, dan is het bevoegd gezag bevoegd en in beginsel verplicht daar handhavend tegen op te treden.
Het begrip bouwwerk word in de Wabo niet omschreven. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft wel eerder overwogen (12 september 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX7117) dat bij het begrip ‘’bouwwerk’’ aansluiting kan worden gezocht bij de in de modelbouwverordening gegeven definitie. Deze definitie luidt: ‘’elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren’’.
Er moet sprake zijn van een bouwconstructie (voorbeelden|: een rij in de grond gegraven houten palen tot afsluiting van een erf).
Er moet sprake zijn van een zekere omvang. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de afmeting maar ook naar de invloed op de omgeving.
Er moet sprake zijn van plaatsgebondenheid; het in of aan de grond verbonden zijn. Echter: ook de kennelijke bedoeling van partijen van een min of meer permanente aanwezigheid levert plaatsgebondenheid op (voorbeeld: een aanhangwagen met daarop een reclamebord, een carport op wielen!).
Aangezien deze criteria niet altijd duidelijk zijn is over het begrip bouwwerk veel jurisprudentie ontstaan. Hieronder enkele voorbeelden;
Vogelverschrikker
De rechtbank Gelderland oordeelde op 14 juni 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016:3174) dat twee vogelverschrikkers aangemerkt moesten worden als een bouwwerk. Hiertoe overwoog de rechtbank dat sprake was van een constructie, nu het bouwwerk bestond uit een metalen paal waarop een ronde bal is bevestigd, welke voorts enige omvang had door de hoogte van respectievelijk 2 meter en 5 meter. De vogelverschrikkers waren voorts bedoeld om voor langere tijd ter plaatse te functioneren. Dat het bouwwerk regelmatig werd verplaatst maakte het voorgaande niet anders, aangezien ter zitting was aangegeven dat deze verplaatsing slechts enkele meters bedroeg.
Een rij betonblokken
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (20 april 2016 ECLI:NL:RVS:2016:1058) overwoog: de blokken vormen een constructie van enige omvang, vinden direct steun op de grond en er is beoogd de blokken voor langere tijd op dezelfde plaats te laten staan.
Advies: raadpleeg bij twijfel altijd vooraf de gemeente.
Publicatie: 19-12-2016