Verjaring in het civiele recht
In het kader van deze column is het niet mogelijk om een volledig overzicht te geven van alle verjaringstermijnen in het civiele recht en de daarbij behorende problematiek. Het onderstaande betreft daarom slechts een globaal overzicht.
De verjaring van een vordering houdt feitelijk in dat de vordering na verloop van een bepaalde termijn niet meer in rechte kan worden afgedwongen. Verjaring is gebaseerd op de gedachte van rechtszekerheid.
Enkele termijnen
De algemene verjaringstermijn die is opgenomen in de wet is 20 jaar. In de praktijk is echter meestal sprake van een verjaringstermijn van 5 jaar, tenzij contractueel andere verjaringstermijnen zijn overeengekomen. In (onder meer) de volgende gevallen geldt op grond van de wet een verjaringstermijn van vijf jaar:
– de rechtsvordering tot nakoming van een overeenkomst (tenzij het een consumentenkoop betreft; dan geldt een termijn van 2 jaar)
– rechtsvorderingen tot betaling van rente van geldsommen, lijfrenten, dividenden, huren, pachten en andere vorderingen die ieder jaar of binnen een kortere termijn moeten worden betaald;
– de rechtsvordering uit onverschuldigde betaling;
– de rechtsvordering tot herstel of schadevergoeding bij een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst;
– de rechtsvordering tot ontbinding van een overeenkomst op grond van een -tekortkoming in de nakoming of tot herstel van een tekortkoming.
De bevoegdheid tot executie van vonnissen verjaart in beginsel pas 20 jaar na datum van uitspraak voor wat betreft de hoofdsom(-men). Er gelden bijzondere (soms kortere) termijnen in bijvoorbeeld het belastingrecht, arbeidsrecht en bestuurlijke boetes.
Stuiting
In het civiele recht kan stuiting van de verjaring plaatsvinden. Er gaat dan een nieuwe termijn lopen. Stuiting moet uiteraard plaatsvinden binnen de originele verjaringstermijn. Stuiting vindt plaats door een daad van rechtsvervolging (het instellen van een eis door middel van een dagvaarding), door een schriftelijke aanmaning of mededeling, of door erkenning door de schuldenaar. De aanmaning of mededeling moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen om een verjaring te stuiten. Zo moet deze altijd schriftelijk gedaan worden en moet de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehouden. Soms kan een vordering alleen gestuit worden door een rechtsvordering in te stellen, of moet kort na de schriftelijke stuiting een procedure worden opgestart.
Sommige termijnen kunnen echter niet worden gestuit. Dit zijn de zogenaamde vervaltermijnen.
Het is raadzaam om bij deze ingewikkelde materie altijd een advocaat te raadplegen omdat er verschillende (soms korte) termijnen voor verjaring gelden.
Publicatie: 02-01-2017