Het gebeurt regelmatig dat iemand, al dan niet per ongeluk, bouwt op de grond van een ander.
Van belang in dergelijke zaken is artikel 5: 54 BW, dat onder andere het volgende bepaald:
Is een gebouw of werk ten dele op, boven of onder het erf van een ander gebouwd en zou de eigenaar van het gebouw of werk door wegneming van het uitstekende gedeelte onevenredig veel zwaarder benadeeld worden dan de eigenaar van het erf door handhaving daarvan, dan kan de eigenaar van het gebouw of werk te allen tijde vorderen dat hem tegen schadeloosstelling een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand wordt verleend of, ter keuze van de eigenaar van het erf, een daartoe benodigd gedeelte van het erf wordt overgedragen.
Het bovenstaande is niet van toepassing indien bij de eigenaar van het gebouw of werk ter zake van de bouw kwade trouw of grove schuld verweten kan worden.
Wanneer is geen sprake van kwade trouw of grove schuld?
Hieronder volgen twee voorbeelden uit de rechtspraak waarin geoordeeld werd dat geen sprake was van kwade trouw of grove schuld.
Hoge Raad 28 maart 2008 ECLI:NL:HR:2008:BC1242
In deze zaak had de buurman deels over grond van een scheepswerf gebouwd als gevolg van een fout die de door de buurman ingehuurde architect had gemaakt in bouwtekeningen. Volgens de Hoge Raad is in een dergelijk geval niet zonder meer sprake van grove schuld in de zin van artikel 5:54 lid 3 BW. Daarbij was belangrijk dat de fout door een derde was gemaakt en dat buurman niet kon worden verweten dat hij de fout niet had ontdekt.
Hoge Raad 5 februari 2019 ECLI:NL:GHARL:2019:1040
Hier was de grensoverschrijding evenzeer het gevolg van een fout van een derde, in dit geval van het kadaster. Hier komt bij dat de buurman nog verder van die fout af stond dan in bovenstaande zaak uit 2008. Het kadaster was namelijk niet door de buurman, maar door de verkoper van de kavel ingeschakeld.
Publicatie: 4 maart 2019