Eiseres vordert een verklaring voor recht dat de kadastrale erfgrens de juridische erfgrens is, en verwijdering van bouwwerken die gedaagde op het erf van eiseres heeft geplaatst. Volgens eiseres is gedaagde geen bezitter te goeder trouw, omdat hij een schutting heeft geplaatst op een andere plek dan die waar de oude schutting heeft gestaan.
Op zijn beurt vordert gedaagde een verklaring voor recht dat hij door verjaring eigenaar is geworden van de strook grond. Gedaagde stelt dat hij de schutting op precies dezelfde plek heeft geplaatst als de oude, hetgeen ook blijkt uit de aanwezige betonpalen. Beide partijen brengen foto’s en verklaringen in het geding.
Volgens de rechtbank is niet in geschil dat gedaagde bezitter is van de strook grond. Hij houdt de grond voor zichzelf en heeft het als zodanig in gebruik. De discussie tussen partijen betreft de vraag hoe lang deze situatie al bestaat en of sprake is van bezit te goeder of te kwader trouw.
De rechtbank vergelijkt de plaats van de stoeptegels op een foto uit 2014 met een foto uit 2019 en komt tot de conclusie, dat op deze foto’s hetzelfde deel van de steeg is te zien. De rechtbank ziet op deze foto vier tegels, met daarnaast een strookje grond. Het is niet duidelijk of de oude schutting recht liep en de nieuwe een knik vertoont. Wel is onbetwist naar voren gebracht dat het tuinhuis iets meer op het perceel van gedaagde is gelegen dan de nieuwe schutting. Daardoor is er een ‘knik’ waar de schutting tegen het tuinhuis staat. Verder constateert de rechter dat de oude betonpalen, die gedaagde als ijkpunt heeft gebruikt, met elkaar zijn verbonden door een touw, welk touw nog tijdens de descente aanwezig was. Eiseres heeft niet betwist dat dit touw de plaats van de oude erfafscheiding aangeeft.
De rechtbank heeft ter plaatse geconstateerd dat de huidige schutting binnen de lijn van het touw staat en dus niet verder de steeg in. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde en zijn rechtsvoorgangers de strook grond in elk geval sinds 1994 onafgebroken in bezit hebben gehad. Het is dus niet meer van belang of het bezit te goeder of te kwader trouw is, omdat de verjaringstermijn van 20 jaar uiterlijk in 2014 is voltooid.
Rechtbank Noord-Holland 25-09-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:9835
Publicatie blog: 12 december 2024