In deze zaak is in opdracht van de kopers van een woning een aankoopkeuring gedaan. Na de koop is discussie ontstaan in het kader van non conformiteit of dwaling. In die discussie beschuldigen partijen elkaar over en weer van schending van een mededelingsplicht, respectievelijk onderzoeksplicht.
In dat kader zijn relevant de bevindingen van de door kopers voor de aankoop ingeschakelde bouwkundige, die een rapport van de keuring van de woning heeft opgesteld. De bevindingen van deze bouwkundige kunnen van belang zijn voor de beantwoording van de vraag of kopers de op hen rustende onderzoeksplicht hebben geschonden en om te kunnen beoordelen welke kennis kopers hadden over de staat van de woning voordat zij de koopovereenkomst sloten.
In die zin kan het rapport relevant zijn voor de bewijspositie van verkopers en/of de invulling van de onderbouwing van het standpunt van verkopers dat kopers hun onderzoeksplicht hebben geschonden.
De verkopers vorderen afgifte c.q. inzage in het rapport van de aankoopkeuring op grond van artikel 843a Rv. Lid 1 van dat artikel luidt:
Hij die daarbij rechtmatig belang heeft, kan op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Onder bescheiden worden mede verstaan: op een gegevensdrager aangebrachte gegevens.
Een vordering op grond van dit artikel moet worden afgewezen als daarvoor gewichtige redenen bestaan of als een behoorlijke rechtsgang ook gewaarborgd is zonder verschaffing van de gevraagde gegevens. Dit was volgens de rechtbank niet het geval en de vordering van verkopers werd toegewezen op straffe van een dwangsom van € 250,– per dag met een maximum van € 5.000,—
Rechtbank Gelderland 02-10-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:6873
Publicatie: 5 december 2024