Zieke werknemer van de aardbodem verdwenen/ontbinding arbeidsovereenkomst, transitievergoeding?
Een werknemer was van 3 tot 5 december 2014 in een ziekenhuis opgenomen geweest voor een behandeling. De reden voor deze opname had de werknemer niet willen vertellen aan de werkgever. In een What´s app-bericht deelt de werknemer mee dat hij zijn werkzaamheden op 11 december 2014 zal hervatten. Hij is echter niet meer op het werk verschenen en liet verder niets meer van zich horen.
De werkgever onderneemt diverse pogingen om contact met de werknemer te krijgen.
Op 22 december 2014 verneemt de werkgever van een broer van de werknemer dat de werknemer als vermist is opgegeven. Er worden brieven zowel aangetekend als per gewone post gestuurd en via het openbaar ministerie wordt getracht de verblijfplaats te achterhalen. Ook wordt er bij zijn flat aangebeld om te kijken of hij thuis is. De werknemer blijft onvindbaar.
Nadat alle pogingen mislukken, start de werkgever (na lange tijd wachten) een ontbindingsprocedure bij de rechter.
De werkgever stelt zich primair op het standpunt dat de werknemer zodanig verwijtbaar heeft gehandeld of heeft nagelaten haar van de reden van zijn niet-verschijnen op de hoogte te stellen dat van haar inmiddels in redelijkheid niet meer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst, die inmiddels bijna een jaar een lege huls is, te laten voortduren De werkgever wil op de arbeidsplaats definitief een ander kunnen aanstellen. De werkgever meent dat zij aan de werkneer geen transitievergoeding verschuldigd is, omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van zijn ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Hij heeft verzuimd de werkgever over zijn situatie te informeren.
De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van een opzegverbod. Ondanks dat de werknemer zich ziek had gemeld voor het ziekenhuisbezoek, is er daarna weer een melding gekomen dat de werknemer op het werk zou verschijnen.
Toch is er volgens de rechter geen sprake van verwijtbaar handelen. Er zijn geen feiten of omstandigheden dat de werknemer van zijn niet-verschijnen een verwijt kan worden gemaakt. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst.
Transitievergoeding
Aangezien de werkgever in het onwisse verkeert over de reden van het niet verschijnen van de werknemer kan de rechter niet vaststellen of het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. De werknemer heeft volgens de rechter op grond van de wet de mogelijkheid alsnog binnen een termijn van drie maanden na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een verzoek tot vaststelling van een transitievergoeding in te dienen. (Of dit gebeurd is was bij het opstellen van deze column niet bekend).
Publicatie: 01-02-2016