Wijzigingen ontslag op staande voet per 1 juli 2015
In deze column is al aandacht besteed aan de wijzigingen per 1 juli a.s. gevolg van de Wet Werk en Zekerheid. Enkele belangrijke wijzigingen betreffen de verplichte ontslagroute (ontslag via het UWV voor bedrijfseconomisch ontslag en via de kantonrechter voor andere ontslagredenen), alsmede de invoering van een wettelijk recht op een ontslagvergoeding, de zogenaamde transitievergoeding.
Ook ten aanzien van een ontslag op staande voet vanwege een dringende reden (denk bijvoorbeeld aan verduistering, fraude) gaat het een ander veranderen.
Als een werknemer vóór 1 juli 2015 op staande voet wordt ontslagen, kan hij schriftelijk de vernietiging van het ontslag inroepen. De werknemer heeft daarvoor 6 maanden de tijd na het ontslag op staande voet. De werknemer kan eventueel in een procedure bij de rechter een loondoorbetaling vorderen alsmede tewerkstelling
Na 1 juli 2015 vervalt de mogelijkheid om via een brief de vernietiging van ontslag in te roepen. De werknemer dient in dat geval binnen twee maanden een procedure te starten bij de kantonrechter. De termijn van twee maanden geldt eveneens indien de werknemer geen hervatting van zijn werk wenst maar een schadevergoeding.
Tot 1 juli 2015 kan de werknemer de inkomsten vorderen die hij misloopt doordat de werkgever per direct de arbeidsrelatie heeft opgezegd. Daarnaast kan de werknemer aan de kantonrechter een vergoeding verzoeken op basis van een zogenaamd kennelijk onredelijk ontslag.
Na 1 juli 2015 kan de werknemer aanspraak maken op een transitievergoeding (mits de werknemer niet ernstig verwijtbaar is bij zijn ontslag), vergoeding van schade in verband met het niet in acht nemen van de opzegtermijn en een eventuele aanvullende – door de rechter te bepalen – billijke vergoeding.
Publicatie: mei 2015