Een werknemer meldt zich via een whatsapp ziek met de volgende mededeling: ik trek het niet meer.
De werkgever bericht aan de werknemer:
Deze ziekmelding trekken wij (..) in twijfel en accepteren deze niet.
Toch schakelt de werkgever de bedrijfsarts in. De bedrijfsarts constateert dat er sprake is van een medische aandoening, waardoor werknemer zes weken niet belastbaar is voor haar werk. Kennelijk is tijdens het consult bij de bedrijfsarts ook de verhouding tussen werknemer en werkgever aan de orde geweest, want de bedrijfsarts stelt ook dat er zes weken geen contact met werknemer dient plaats te vinden en zij adviseert partijen daarna met elkaar in gesprek gaan.
Vervolgens beschuldigt de werkgever de werknemer van onregelmatigheden maar dit speelde in de procedure geen verdere rol.
De werkgever verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege een ernstig verstoorde arbeidsverhouding. Hierover zijn partijen het eens maar de werknemer stelt dat dit het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever.
De kantonrechter oordeelt op dat punt dat werkgever in strijd met het advies van de bedrijfsarts, die zes weken radiostilte had geadviseerd, met ernstige verwijten is gekomen aan het adres van werknemer en daarover, via haar gemachtigde, met werknemer is gaan corresponderen. Ook heeft werkgever werknemer uitgenodigd om zich in genoemde periode van zes weken te verantwoorden en dat ook nog eens op een kantoorlocatie in Utrecht. En dat in een situatie dat de bedrijfsarts had gerapporteerd dat werknemer gedurende zes weken wegens een medische reden niet belastbaar was voor eigen of aangepast werk en ook niet voor het hebben van contact met de werkgever.
Hoe ernstig de verwijten aan het adres van werknemer wellicht ook mochten zijn, gelet op het advies van de bedrijfsarts had werkgever dienen te wachten met het noemen en het bespreken van de verwijten tot na de periode van radiostilte van zes weken. Anders dan dat werkgever over die periode het ziekengeld had dienen door te betalen, was zij op geen enkele wijze in haar belangen geschaad met te wachten op het verstrijken van die termijn. Niettemin heeft werkgever ervoor gekozen om met ernstige verwijten de door de bedrijfsarts geadviseerde radiostilte te doorbreken op de wijze zoals zij dat gedaan heeft. Dat acht de kantonrechter ernstig verwijtbaar handelen van werkgever.
De kantonrechter stelt, naast een transitievergoeding, een billijke vergoeding vast van € 3.500,– netto.
Rechtbank Den Haag, 21 november 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:12386
Publicatie: 28 januari 2020