Uwv veroordeeld tot betaling van schadevergoeding ten bedrage van € 18.719,85
Een werkgever vroeg een ontslagvergunning aan bij het UWV op grond van bedrijfseconomische redenen. Dit verzoek werd onder andere onderbouwd met de stelling dat de betreffende werknemer een unieke functie van barmedewerker had en dat deze functie niet uitwisselbaar was met andere functie bij de werkgever. Daaruit concludeerde de werkgever dat het zogenaamde afspiegelingsbeginsel niet van toepassing was. Ondanks het verweer van de werknemer werd een ontslagvergunning door het UWV verleend.
De werknemer laat het hier niet bij zitten en start een procedure bij de Kantonrechter. In die procedure stelde de werknemer dat sprake was van een kennelijk onredelijk ontslag. Dit werd door de kantonrechter overgenomen. Het bleek namelijk voor de kantonrechter dat wel degelijk sprake was van inwisselbaarheid van functies. Daarom had het afspiegelingsbeginsel toegepast moeten worden en had een ontslagvergunning door het Uwv geweigerd moeten worden. In die procedure werd de werkgever veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 5.000 en de proceskosten van € 2.245,93. Echter de werkgever voldeed niet aan deze veroordeling en zij bleek geen verhaal meer te bieden.
Vervolgens diende de werkgever een klacht in bij het Uwv. In die procedure werd vastgesteld dat de beslissing van het UWV onzorgvuldig was geweest.
Op grond van de uitspraak van de kantonrechter en het resultaat van de klachtprocedure bij het Uwv start de werknemer vervolgens een procedure bij de Rechtbank Amsterdam waarin schadevergoeding (met name advocaatkosten) werd gevorderd.
De Rechtbank constateert dat dat het UWV erkent dat de ontslagvergunning op grond van de destijds beschikbare informatie niet had kunnen worden verleend. Daarmee erkent het UWV dat de procedure rond de ontslagvergunning niet zorgvuldig is geweest en staat vast dat het UWV de norm heeft geschonden die bepaalt dat het UWV ontslagaanvragen zorgvuldig moet behandelen, met het oog op de belangen van de daarbij betrokken werknemer(s) die tegen het verlenen van een ontslagvergunning geen rechtsmiddelen kun(nen) instellen. Onrechtmatig handelen door het UWV is daarmee gegeven.
De rechtbank veroordeelde het Uwv vervolgens om aan de werknemer een schadevergoeding ter zake van advocatenkosten (inclusief deurwaarderskosten en griffierecht) te betalen van € 18.719,85
Nota bene: van de door de werknemer gevorderde kosten werd de proceskostenvergoeding afgetrokken die in de kennelijk onredelijk ontslagprocedure waren toegewezen. Voor dat deel van de kosten had de werknemer een executoriale titel tegen werkgever en het feit dat werkgever die kosten niet betaalt, was volgens de rechter niet toe te rekenen aan het UWV.
Bron uitspraak: Rechtbank Amsterdam, 3 februari 2016 ECLI:NL:RBAMS:2016:620
Publicatie: 20-06-2016