Medewerker verzorgingstehuis laat demente bejaarde per ongeluk een nacht op de wc achter; geen ontslag.
Een medewerker van een verzorgingstehuis ontdekt ‘s morgens een dementerende vrouw aan, hangend in de tillift boven het toilet. Het bleek dat zij de avond daarvoor door een collega verzorger daar was neergezet, waarna hij haar vervolgens was vergeten. Niemand van de nachtdienst had dit overigens opgemerkt.
Het verzorgingstehuis verzoekt op grond hiervan de arbeidsovereenkomst met de medewerker te ontbinden, met onmiddellijke ingang en zonder toekenning van een transitievergoeding.
De rechter oordeelde dat de medewerker inderdaad op onaanvaardbare wijze was tekortgeschoten in de aan hem toevertrouwde zorg. Voorts viel het de medewerker ernstig aan te rekenen dat hij tot twee keer toe niet naar waarheid had gerapporteerd. Hij had in het dossier ten onrechte genoteerd dat hij de cliënte naar bed had gebracht, terwijl dit uiteindelijk in het geheel niet was gebeurd. Bovendien had de medewerker op onjuiste tijdstippen medicatie toegediend en voorgeschreven oogdruppels niet toegediend, terwijl hij had gerapporteerd dat hij de medicijnen wel op de voorgeschreven tijdstippen had gegeven.
De rechter merkte op dat het al met al om ernstige fouten gaat die de kern van het functioneren van de medewerker raken. Echter, bij de beoordeling moet ook worden betrokken in hoeverre de werksituatie of persoonlijke omstandigheden van de medewerker de mogelijkheid tot het maken van fouten kan hebben bevorderd, of dat er verzachtende omstandigheden zijn. Voorts moet beoordeeld worden of er sprake is op een kans van herhaling en of de medewerker bereid is zijn werkwijze aan te passen.
De rechter stelde vast dat de medewerker op de bewuste avond veel meer verantwoordelijkheden had dan hij op grond van de standaardbezetting zou hebben. Uitgaande van die bezetting dienden er 3 verzorgenden in plaats van 1 te zijn ingedeeld, naast 3 helpenden. Op papier droeg de medewerker die avond de eindverantwoordelijkheid voor de zorg van 36 bewoners in plaats van 12 bewoners.
Verder vond de rechter van belang dat de medewerker tijdens de zitting had erkend dat hij ernstig tekort was geschoten en voorts dat hij heeft laten blijken dat hij zich daarover enorm schuldig voelde. Door de ontwikkelingen was de medewerker in een ernstige depressie terechtgekomen waarvoor hij antidepressiva gebruikte.
Mede gelet op de lange duur van het dienstverband en het goede functioneren van de medewerker in het verleden alsmede de ernstige gevolgen die ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor hem zou hebben, zijn ziekte en zijn leeftijd oordeelde de rechter dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst een te zware sanctie was. Terugkeer op de oude werkplek was niet aangewezen, overplaatsing naar een andere locatie wel.
Rechtbank Amsterdam 5 september 2016 ECLI:NL:RBAMS:2016:5940
Publicatie: 12-06-2017