In de hieronder te bespreken uitspraak werd de tot nu toe hoogste billijke vergoeding toegekend.
Werknemer was in juni 1983 op 23- jarige leeftijd bij werkgever (een zakelijke reis- en evenementen organisatie) in dienst getreden. Hij vervulde de functie van Senior Projectmanager. Zijn bruto salaris bedroeg € 6.637,– per maand. De werknemer krijgt te horen dat zijn functie wordt verplaatst naar Engeland. Het UWV weigert een ontslagvergunning. Het UWV was er niet van overtuigd dat de door de werkgever gestelde werkvermindering noodzakelijkerwijs zou leiden tot het verval van de functie.
Vervolgens start de werkgever een ontbindingsprocedure bij de rechter. De rechter had geen goed woord over voor de handelwijze van de werkgever. De verstoring van de arbeidsverhouding was geheel aan de werkgever te wijten. Immers:
– vanaf het moment dat werkgever meedeelde dat de functie zou worden verplaatst naar Engeland had de werknemer geen werk meer gekregen;
– de werkgever communiceerde vanaf dat moment niet meer;
– de werkgever had zich in het geheel niet bekommerd om werknemer, zelfs niet nadat de bedrijfsarts op 11 augustus 2017 had geoordeeld dat werknemer niet meer arbeidsongeschikt was.
Kortom; de werknemer was van het ene moment op het andere moment op een zijspoor gezet en de werkgever had zich volledig onttrokken aan de op haar rustende verplichtingen.
De transitievergoeding werd bepaald op € 86.022,00 bruto
De billijke vergoeding werd begroot op € 628.000,– en werd als volgt berekend:
€ 126.000,– inkomensschade tijdens WW periode
€ 453.000,– inkomensschade na ww- periode tot aan pensioen
€ 92.000,– pensioenschade
€ 671.000,– totaal
De kantonrechter acht het redelijk om in dit geval de helft van het bedrag ter hoogte van de transitievergoeding in mindering te brengen op de billijke vergoeding. De transitievergoeding is immers bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van activiteiten om weer een inkomen te verwerven en tevens verwachte inkomensschade. Het is daarom redelijk dat een deel van de transitievergoeding dat betrekking heeft op de inkomensschade – welk deel de kantonrechter vaststelt op de helft van de transitievergoeding – in mindering wordt gebracht op de billijke vergoeding, zodat de kantonrechter de billijke vergoeding vaststelt op € 628.000,00 bruto.
Rechtbank Noord Holland 24 april 2018 ECLI:NL:RBNHO:2018:3077
Publicatiedatum: 28 mei 2018