In een verkoopbrochure van een penthouse werd onder meer vermeld:
De ruime open keuken en woonkamer hebben een schuifpui of openslaande deuren naar het dakterras. Dat biedt een spectaculair uitzicht op de historische binnenstad, het monumentale Eiffelgebouw, het levendige Sphinxkwartier of het groene Frontenpark.
Op de laatste bladzijde van de brochure was in een klein lettertype vermeld:
“Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.”
In de overeenkomst was vermeld:
De verkrijger verklaart uitdrukkelijk ermee bekend te zijn dat het verkoopmagazine géén contractstuk is bij deze koopovereenkomst en enkel en alleen dient voor de globale beeldvorming van het Project/de woning en er voorts eventuele wijzigingen/afwijkingen/aanpassingen hebben plaatsgevonden, welke zijn verwerkt in de verkooptekeningen (…) en technische omschrijving (…). Aan het verkoopmagazine kunnen derhalve géén rechten en /of aanspraken worden ontleend. (…) Uitsluitend de voor Verkrijger(s) ontvangen contractstukken (…) zijn dan ook bepalend en maatgevend.”
Medio mei 2020 heeft de koopster het nog in aanbouw zijnde appartementengebouw bezocht en geconstateerd dat het uitzicht op de historische binnenstad van Maastricht vanuit haar woonkamer of vanaf het dakterras van het penthouse in belangrijke mate gehinderd werd door de daken van het Sint Andriesklooster en de Andrieskapel.
De rechtbank stelt vast dat deze verkoopbrochure weliswaar de bouwhoogtes van het Gustav-gebouw vermeldt, maar niet de hoogte van de omliggende bebouwing.
Die hoogte van de omliggende gebouwen kan door potentiële kopers dan ook uitsluitend worden ingeschat aan de hand van de in de brochure vervatte visualisaties, die onjuist zijn gebleken.
De projectontwikkelaar diende de hoogte van de omliggende gebouwen te kennen althans te onderzoeken, alvorens zij de opdracht gaf de verkoopbrochure aan potentiële kopers ter beschikking te stellen en haar verkoopmakelaar naar de daarin vervatte visualisaties te laten verwijzen.
Aan de koopster kan niet worden tegengeworpen dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Zij mocht zich baseren op de door Sphinx Zuid ter beschikking gestelde documenten, in het bijzonder op de verkoopbrochure.
Gelet op dit alles oordeelde de rechtbank dat het beroep op de zinsnede dat aan de inhoud van de brochure geen rechten kunnen worden ontleend naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
De rechtbank honoreerde het beroep op dwaling van de koopster en kende aan haar een schadevergoeding toe van € 180.000,– De projectontwikkelaar werd veroordeeld in de proceskosten, zijnde 5.284,50
Rechtbank Limburg, 12 mei 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:4071