Een onderneming drijven va een besloten vennootschap betekent niet dat de bestuurder (volledig) is beschermd tegen verhaal door crediteuren van de vennootschap op zijn/haar privé vermogen.
Het Burgerlijk Wetboek maakt een onderscheid tussen twee soorten van bestuurdersaansprakelijkheid: de interne en de externe bestuurdersaansprakelijkheid.
Bestuurdersaansprakelijkheid is flink in beweging. Er is een voortdurende stroom van jurisprudentie over dit onderwerp.
Interne aansprakelijkheid
Artikel 2:9 BW bepaalt dat een bestuurder tegenover de rechtspersoon verplicht is tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Een bestuurder is aansprakelijk tegenover de rechtspersoon voor onbehoorlijk bestuur van de rechtspersoon, tenzij hem geen ernstig verwijt treft. Er gelden dus twee vereisten voor het aannemen van interne aansprakelijkheid:
– onbehoorlijk bestuur door de bestuurder; en
– de bestuurder treft hierin een ernstig verwijt.
Externe aansprakelijkheid
De bestuurder kan ook aansprakelijk zijn tegenover een derde. Deze aansprakelijkheid is gebaseerd op onrechtmatige daad (artikel 6: 162 BW). In de rechtspraak is bepaald dat van een onrechtmatige daad alleen sprake is indien de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Voorbeeld: een bestuurder gaat een overeenkomst aan waarvan de bestuurder weet dat de vennootschap niet aan de verplichtingen uit de overeenkomst kan voldoen.
Aansprakelijkheid bestuurder in geval van faillissement van de vennootschap.
In geval van faillissement van de vennootschap kan de bestuurder van een failliete vennootschap aansprakelijk zijn ten opzichte van de faillissementsboedel (artikel 2: 138 BW/ artikel 2:248 BW.
Criterium voor een dergelijke aansprakelijkheid is: kennelijk onbehoorlijk bestuur. Bovendien moet sprake zijn van een causaal verband tussen het kennelijk onbehoorlijk bestuur en het faillissement. Indien dit wordt aangenomen door de rechter dat is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk tegenover de boedel voor het tekort in het faillissement.
Afgezien van het bovenstaande wordt vaak een persoonlijke aansprakelijkheid contractueel geregeld in die gevallen dat bijvoorbeeld een bank een lening verstrekt aan een vennootschap met daarbij de bepaling dat de bestuurder zich als borg ten opzichte van de bank dient te stellen.
Publicatie: 19 juni 2018