U bent bij verstek veroordeeld; wat nu?
In een dagvaarding wordt een partij opgeroepen om op een bepaalde dag te verschijnen voor de rechter. Indien het een zaak voor de kantonrechter betreft dan kan de gedaagde in de procedure verschijnen zonder tussenkomst van een advocaat. Indien het een zaak betreft met een zogenaamde verplichte procesvertegenwoordiging dan kan de gedaagde alleen door tussenkomt van een advocaat in de procedure verschijnen. Dit zijn bijvoorbeeld zaken voor de rechtbank en het gerechtshof. Indien de gedagvaarde partij niet verschijn dan zal de rechter verstek verlenen en zal de zaak doorgaans aangehouden worden voor een aantal weken voor het wijzen van een vonnis. De rechter zal dan doorgaans de vorderingen toewijzen, tenzij deze vorderingen de rechter als onrechtmatig dan wel ongegrond voorkomen. Let op: dit is slechts een marginale toets. In de praktijk worden de vorderingen doorgaans toegewezen.
Wat zijn de mogelijkheden nadat de verschijningsdatum is verstreken?
Verschijningsdatum verstreken maar nog geen uitspraak.
Als de rechter nog geen uitspraak heeft gedaan kan de gedagvaarde partij zich alsnog melden bij de rechtbank. Dit is de zogenaamde zuivering van het verstek. In dat geval gaat de procedure verder alsof de gedaagde was verschenen op de datum die in de dagvaarding is vermeld.
Verschijningsdatum is verstreken en er is uitspraak gedaan in een verstekvonnis
In dit geval bestaat de mogelijkheid van het instellen van verzet. De gang van zaken is dat de gedaagde zelf de oorspronkelijke eiser doet dagvaarden. Kort gezegd staat in een verzet dagvaarding dat de oorspronkelijke gedaagde alsnog verweer wil voeren tegen de vordering van de oorspronkelijke eiser en langs die weg tegen het verstekvonnis in verzet komt.
Let op:
Meestal schorst het verzet de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis echter niet; dat is alleen het geval als het verstekvonnis niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Soms kan het zinvol zijn een zogenaamd executiegeschil te voeren tegen een verstekvonnis
Verzet termijn
De verzet termijn begint te lopen op een van de volgende momenten:
- op het moment dat het vonnis (of een bepaalde akte uit kracht daarvan of ter uitvoering daarvan) door de deurwaarder is betekend (dat wil zeggen: afgeleverd door middel van een deurwaardersexploot) aan de gedaagde in persoon;
- op het moment dat de gedaagde een daad pleegt waaruit noodzakelijkerwijs voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem of haar bekend is;
- op het moment dat het vonnis ten uitvoer wordt gelegd.
Nota bene: een gedaagde die in het verstekvonnis heeft berust, kan geen verzet meer instellen. Berusting houdt in dat de gedaagde na een uitspraak aan de eiser heeft verklaard dat hij zich bij de uitspraak neerlegt, dan wel een houding heeft aangenomen waaruit dit ondubbelzinnig blijkt.
Publicatie: 03-07-2017