Bij splitsing in appartementsrechten wordt op basis van breukdelen bepaald voor welk gedeelte van het complex een appartementseigenaar het exclusief gebruiksrecht heeft. Deze breukdelen zijn de basis voor het berekenen en vaststellen van de bijdrage in de gezamenlijke servicekosten. De breukdelen worden vermeld in de akte van splitsing. De wet gaat ervan uit dat de breukdelen in beginsel gelijk zijn. Meestal worden de breukdelen gerelateerd aan de waarden of oppervlakte van de individuele appartementseigenaren.
De wijze van vaststellen van de breukdelen is belangrijk. De wet bepaalt dat deze breukdelen in principe gelijk zijn, maar het is mogelijk om daarvan af te wijken maar dan dient in de akte van splitsing opgenomen te worden op welke wijze de breukdelen zijn berekend.
Wijziging breukdelen door VVE
Het is mogelijk om de breukdelen aan te passen. Daarvoor is een wijziging van de splitsingsakte vereist. De wet eist dat ten minste vier/vijfde van het totaal uit te brengen stemmen heeft ingestemd met de wijziging van de splitsingsakte.
Vernietiging besluit wijziging breukdelen
Een appartementseigenaar die tegen het besluit heeft gestemd kan bij de rechter vernietiging van het besluit vorderen. Die vordering moet binnen drie maanden na het genomen besluit worden ingediend. De rechter zal deze vordering afwijzen indien de betreffende appartementseigenaar geen schade lijdt of aan hem een redelijke schadeloosstelling wordt aangeboden.
Vervangende machtiging kantonrechter
De kantonrechter kan een vervangende machtiging geven indien appartementseigenaren zonder redelijke grond hun toestemming voor het wijzigen van de akte van splitsing hebben geweigerd. Een voorbeeld van een door de rechter verleende vervangende machtiging is te vinden in een uitspraak van de rechtbank Midden Nederland.
In die zaak stond vast dat in de akte van splitsing de breukdelen “grof” waren vastgesteld omdat de notaris ten tijde van het opmaken en passeren van de akte van splitsing niet beschikte over het door Bouwfonds in 2002 verstrekte overzicht van de woonoppervlakten van de appartementen. Uit de stukken kon worden afgeleid dat de notaris reeds in 2003 te kennen had gegeven dat, als hij ten tijde van het opmaken en passeren van de akte van splitsing van 13 maart 2000 had beschikt over genoemd overzicht, hij ervoor zou hebben gepleit om andere breukdelen te hanteren.
Het verzoek tot het verlenen van een vervangende machtiging ten aanzien van het notarieel vastleggen van de wijziging van de akte van splitsing werd door de kantonrechter in deze zaak toegewezen.
Kantonrechter Rechtbank Midden Nederland, 21 oktober 2016 ECLI:NL:RBMNE:2016:7720
publicatiedatum: 28 september 2017