Aanvang bedenktermijn bij beëindigingsovereenkomst
In deze column is reeds eerder aandacht besteed aan de wettelijke bedenktermijn bij beëindigingsovereenkomsten. Een werknemer kan na 1 juli 2015 een beëindigingsovereenkomst zonder opgave van redenen ontbinden door een schriftelijke verklaring te verzenden aan de werkgever. Hiervoor geldt een termijn van twee weken na de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. Indien in de overeenkomst niet is gewezen op deze ontbindingsmogelijkheid dan verbindt de wet daaraan de sanctie dat de bedenktermijn drie weken bedraagt
De vraag is wat moet worden verstaan onder het tot stand komen van de overeenkomst. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding, met andere woorden: het moment waarop overeenstemming is bereikt.
De kantonrechter Rotterdam heeft zich op 10 februari jl. uitgelaten over de aanvang van de bedenktermijn. In die zaak speelde het volgende.
De gemachtigde van de werknemer had op 21 september jl. aan de werkgever meegedeeld dat de werknemer akkoord kon gaan met de beëindigingsovereenkomst, op een enkel onderdeel na. Vervolgens schreef de gemachtigde:
Ik verzoek u de vaststellingsovereenkomst aan te passen, waarna mijn cliënt zo spoedig mogelijk de door uw cliënt ondertekende vaststellingsovereenkomst zal retourneren aan u.”
Dezelfde dag is de overeenkomst aangepast waarop de gemachtigde van de werknemer aan de werkgever per mail heeft bevestigd dat de beëindigingsovereenkomst akkoord was.
De overeenkomst zelf werd op 28 september jl. ondertekend.
Op 9 oktober jl. laat echter de gemachtigde van de werknemer aan de werkgever weten dat de werknemer zich op de wettelijke bedenktermijn beroept. Dit stuit op protest van de werkgever. De werkgever stelt dat de overeenkomst reeds op 21 september jl. tot stand was gekomen.
De kantonrechter overweegt dat de ondertekening op 28 september als beslissend moet worden aangemerkt. De rechter stelt dat de rechtszekerheid meebrengt dat beide partijen gebaat zijn bij een duidelijk aantoonbaar en concreet moment waarop de bedenktermijn aanvangt. Er was dus in dat geval tijdig gebruikt gemaakt van de bedenktermijn.
Publicatie: 28-02-2016