Aannemingsovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden via omzettingsverklaring
De eigenaar van een woning had met betrekking tot een verbouwing een aannemingsovereenkomst gesloten.
De uitvoering van de werkzaamheden liet te wensen over.
Bij brief van 2 mei 2016 is de aannemer gesommeerd de gebreken binnen 7 dagen na dagtekening van die brief te herstellen. In die brief is tevens vermeld dat de eigenaar zich het recht voorbehoudt om in plaats van nakoming schadevergoeding te vorderen. Voorts is aangegeven dat bij gebreke van uitvoering van de werkzaamheden door de aannemer binnen voormelde termijn van 7 dagen de eigenaar opdracht aan derden zal geven.
Bij brief van 13 mei 2016 heeft de eigenaar de met de aannemer gesloten overeenkomst ontbonden, terugbetaling gevorderd van het reeds betaalde bedrag en aanspraak gemaakt op vervangende schadevergoeding ter grootte van de kosten van herstel van de gebreken en schade als gevolg van de door de door de aannemer uitgevoerde werkzaamheden.
De eigenaar laat vervolgens het werk herstellen en afmaken door een derde. De aannemer betaalt echter niets en daarom start de eigenaar een procedure.
De rechter overweegt allereerst dat de vordering van de opdrachtgever neerkomt op een vervangende schadevergoeding. Als een schuldenaar in verzuim is, maar de overeenkomst nog wel kan worden nagekomen, heeft de opdrachtgever een keuze:
– hij kan alsnog nakoming vorderen, eventueel met een schadevergoeding wegens door de tekortkoming geleden schade;
– dan wel in plaats van nakoming, alleen een schadevergoeding vorderen (de zogenaamde vervangende schadevergoeding).
De vergoeding treedt dan in de plaats van de nakoming. Een opdrachtgever kan pas aanspraak maken op een vervangende schadevergoeding als hij deze keuze eerst schriftelijk aan de schuldenaar meedeelt (de zogenaamde omzettingsverklaring ex artikel 6:87 BW (nota bene: in geval van een geringe tekortkoming kan geen omzetting plaatsvinden).
In dit geval stond vast dat de aannemer in verzuim was; hij liet immers na de gebreken te herstellen binnen de afgesproken termijn. Vervolgens heeft de opdrachtgever de aannemer bericht dat hij niet langer in de gelegenheid wordt gesteld de gebreken te herstellen en de werkzaamheden af te ronden. In plaats daarvan heeft hij schadevergoeding gevraagd. Aan de vereisten voor een vervangende schadevergoeding was dus voldaan.
Rechtbank Limburg, 26 april 2017 ECLI:NL:RBLIM:2017:3844
Publicatie: 15-05-2017